Bewegen is een spannend woord. Misschien wel het spannendste in ons bestaan. Als er iemand op straat neervalt of betrokken raakt bij een ongeluk, snellen we toe met de ultieme vraag: beweegt hij of zij nog? Haalt de persoon nog adem en kun je dat merken of zien? Zo ja, dan is er hoop, dan is er nog leven aanwezig in de gestalte die er misschien wel roerloos bij ligt. Als er één ding is wat we doen zolang we leven, is bewegen. Bewegen is leven. Het gaat vanzelf. Of…?
Bewegen moet. In beweging blijven! Je hoort het dikwijls zeggen . Niet alleen tegen aardsluiaards of ouderen, maar tegen iedereen die geacht wordt verantwoordelijkheid te kunnen dragen voor zijn of haar gezondheid. Bewegen hoort erbij als eten en ademhalen. Althans, dat is het credo van de moderne westerse maatschappij. Met bewegen wordt dan bedoeld: sporten of op enige manier het lichaam aanzetten tot actie, tot activiteit. Het woord wordt bijna altijd fysiek bedoeld en gaat voorbij aan het fundament van leven dat immers a priori beweging is. Vanuit een filosofische gezichtspunt heeft de aansporing dus eigenlijk iets hijgerigs of zelfs potsierlijks.
Maar praktisch gezien is er bij de meeste mensen wel begrip. Vroeger bewogen de mensen immers intensief in de meest uiteenlopende beroepen die dikwijls zwaar waren. Ook het werk in huis vereiste van het lichaam de nodige inspanning. Dat is de laatste eeuw sterk veranderd.
Wat betekent bewegen eigenlijk precies? Bewegen is volgens het woordenboek geheel of gedeeltelijk van plaats/positie veranderen. Je kan zelf bewegen. Iets kan bewegen. Je kan ook iets laten bewegen, bijvoorbeeld je arm of been. Als je zelf beweegt kan je dat soepel doen. Of sierlijk. Maar ook houterig. Kleine kinderen laten een uitzonderlijke beweeglijkheid zien, hoe vaak springen of dansen ze niet over straat terwijl hun begeleiders zich rustig voortbewegen? Een en al levendigheid. Ook dieren kunnen zich op vele manieren bewegen; met name de vogels fascineren ons omdat zij iets kunnen wat voor ons onnavolgbaar is.
Beweging beperkt zich niet tot het fysieke. We kunnen ons bewegen in bepaalde kringen. Een bewogen week achter de rug hebben. Iemand vragen: wat beweegt jou? In alle voorbeelden draait het om hetzelfde punt: om iets wat verandert wat er aanvankelijk was, om een vérder gaan, om verplaatsing van lucht of energie.
Bewegen kan plaatsvinden op uiterst subtiel niveau maar ook op tumultueuze wijze gebeuren. Zo kunnen bewegingen op maatschappelijk of politiek vlak heel ingrijpend zijn en uitlopen op complete revoluties: omwentelingen waarbij alles wat was diepgaand verandert. Ten goede of ten kwade.
Als beweging leven is en leven beweging, is het begrijpelijk hoe boos, somber of zelfs angstig we kunnen reageren wanneer we moeten constateren dat ergens ‘geen beweging meer in zit’. Dat iets vastzit. Muurvast. Een situatie, relatie, conflict, standpunt of – en dit moet zeker ook worden genoemd – wij met onszelf. In denken of concreet bestaan. Er kan een vreselijke machteloosheid ontstaan. Ten diepste een angst dat het leven zich teruggetrokken heeft. Zegt de volksmond ook niet: stilstand is achteruitgang? Dat willen we toch in geen geval?
Punt bij de ervaring van vastzitten is dat het vertrouwen in de beweging verdwenen is. In de beweging als zodanig. En dus in het leven. Benauwdheid regeert omdat wij even niet zien of weten hoe h e t verder beweegt. Onze waarneming is gebaseerd op de aanname dat wijzelf als enigen verantwoordelijk zijn voor de beweging – die in de huidige tijd bovendien zo snel mogelijk moet plaatsvinden! Dat kan soms best eens het geval zijn, maar vermoedelijk vaak ook volstrekt niet.
Dit is geen pleidooi voor laksheid. We raken hier wel aan de moeilijkste puzzel van ons bestaan. Wanneer kunnen of moeten we immers dingen zelf in beweging brengen, iets doen dus, en wanneer moeten of kunnen we dat helemaal niet en moeten we loslaten en afwachten tot een volgende beweging óns meeneemt? Weliswaar naar iets anders dan wat wij in gedachten hadden?
Een kwestie van scherp en diep leren voelen. Waar zit nog leven in? Wat moet je laten gaan omdat het over is? In situaties? Relaties? In een tuin knip je uitgebloeide rozen weg. Dode takjes van een goede boom. Jouw beweging bevordert dan de groei. Maar de natuur beweegt ook zonder jou! Sterker nog, zij laat zien dat bewegingloosheid helemaal niet bestaat. Dat het leven altijd doorgaat, al lijkt er soms sprake van stilstand of stagnatie. Dat moet je wel willen zien, erin kunnen geloven. Want precies zo gaat het in het menselijk bestaan.
Bewegen? Soms moet het. Vaak hoeft het niet. Beweging gebeurt.