Kunst

Onlangs besteedde het Parool een lang artikel aan een nieuw fenomeen in Amsterdam:  het Museum voor Onbedoelde Kunst. Een prikkelende naam die onmiddellijk een hele reeks vragen oproept.  Onbedoelde kunst, wat moet je je daarbij voorstellen? En wat is het verschil met bedoelde kunst? Kan je ook onbedoeld kunstenaar wezen? Wat verstaan we eigenlijk onder kunst?
Als je kunstenaar bent of dat wil worden, is duidelijk waar je mee bezig bent, wat je bedoeling is met je leven.  Als je geluk hebt wordt je  werk  tentoongesteld of in een erkend museum geplaatst. Natuurlijk komen er altijd wel stukjes onbedoelde inspiratie en intuïtie in je creaties terecht, maar wat je maakt is helemaal door jou als kunstwerk bedoeld.

Kunst wordt in onze samenleving over het algemeen gelijkgesteld aan  de zogenaamde Schone Kunsten. Een wereld die bepaald wordt door vastliggende regels, criteria en geld en voor de gewone burger toegankelijk is middels galerieën, musea en handel. Voor de individuele kunstenaar is naast talent ambitie nodig om bekendheid en  bestaanszekerheid op te bouwen. Roem geldt als het ultiem bereikbare.  Niet iedereen verdraagt echter de bijkomende competitie en stress. Daarbij speelt ook nog eens de grote willekeur bij wat als succesvol bestempeld wordt en wat niet.
Het lijkt erop dat de beperkte visie ten grondslag aan deze topzware en min of meer autonome wereld in deze tijd haar houdbaarheidsdatum begin te verliezen. De dynamiek waarmee de hokjesgeest wordt weggeblazen is immers heviger dan ooit.

Reeds in de vorige eeuw ontstond kort na de Eerste Wereldoorlog in Europa kritiek op de manier waarop werd vastgesteld wat kunst is en op het feit dat dit uitsluitend door een bepaalde groep officials gebeurde. Kon immers niet iedereen in zijn of haar zintuiglijke omgeving onverwachts getroffen worden door iets wat sterk binnenkwam, emotioneerde of als schoonheid werd ervaren? Wie bepaalt eigenlijk wat kunst is? Is kunst niet van, door en voor iedereen en inherent aan de alledaagse werkelijkheid?  De zogenoemde Dada beweging die dit aan de orde stelde bleef na een eerste bloeitijd sluimerend aanwezig onder de oppervlakte van de cultuur totdat zij  na de tweede wereldoorlog opnieuw opdook en de naam  ‘readymades’ ook in Nederland in zwang raakte: kunst die als het ware klaar ligt in de openbare ruimte op plekken waar je toevallig langs komt.  Als je er maar oog voor hebt! De laatste opmerking is cruciaal.  Ze impliceert de meest interessante kentering in het denken over schoonheid en kunst en sluit aan bij het Museum voor Onbedoelde Kunst.

Het grappige is dat het woordenboek van Van Dale bij de vele betekenissen van kunst pas als laatste die van de Schone Kunsten noemt. Kunst heeft in de meest oorspronkelijke zin  te maken met kunnen, met een kundigheid of bekwaamheid om iets te scheppen. Daarom hoort het wezenlijk bij de mens. Ieder mens heeft het vermogen iets te maken, dat wil zeggen  iets  in het leven te roepen wat er eerst niet was. Iets nieuws tot stand te brengen.
De gedachte van Dada en ook het Museum van Onbedoelde Kunst is dat we – door ons zintuiglijk open te stellen voor onze omgeving – een waarneming kunnen maken die ertoe doet. Iets kunnen zien wat ons raakt, emotioneert, in beweging brengt. Iets wat ons treft als mooi of bijzonder en ons blij maakt. Zo’n persoonlijk kunstwerkje kan van alles zijn: een scheefhangende deur, een raam vol spinnewebben, een kleurencombinatie op een gebouw of een muur. Een lichtval, wolkenluchten, weerspiegelingen op een natte straat, een beeld overwoekerd met mos. Gekke dingen of situaties. Natuurlijk kun je een foto maken van wat je ziet, zeker als je je ervaring wilt delen. Maar ook zonder dat kun je er een moment van genieten en beseffen hoezeer de aandacht voor je omgeving de moeite waard is. Even van het scherm af en uit je bubbel!

Zo kan de uitdrukking ‘er wat van máken’ op letterlijk alles slaan (en dus niet alleen op je situatie of je leven).  Dat initiatiefnemer W. Dieleman  in Amsterdam zijn project een Museum noemt kan begrepen worden als knipoog naar de klassieke opvatting van kunst. Maar in feite wordt er een belangrijke brug geslagen. De formele organisatie van zijn stichting en de complete audiotour langs ‘gevonden objecten en plekken’ in de openbare ruimte sluiten enerzijds aan bij wat reguliere musea doen, anderzijds worden bezoekers uitgenodigd hun eigen vondsten te spotten en aan te dragen: iedereen kunstenaar!

Welk vervolg of mate van succes een en ander ook zal hebben: de toon is gezet. Een belangrijke stimulans is gegeven om anders te kijken en open te staan voor wat uit  de omgeving  zich met jou wil verbinden en welke betekenis dat voor je heeft.