Levensverwachting

Onlangs verscheen in de media weer een rapport met de nieuwste cijfers over de levensverwachting van Europeanen. Al meer dan dertig jaar neemt de gemiddelde leeftijd waarop mannen en vrouwen sterven toe, aldus het medische tijdschrift The Lancet.   Ondanks de teruglopende verwachting tijdens corona werden mannen in  Europa in 2024 gemiddeld 80,5 jaar en vrouwen 83,3. Het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS)  voorspelt dat  in 2050 de gemiddelde levensverwachting in Nederland zal stijgen tot 86,5 jaar. 

Binnen dit verhaal valt een specifieke nuance op. The Lancet meldt dat al vóór corona de levensverwachting minder snel steeg dan daarvoor.  Dit schrijft men toe aan een toenemend aantal sterfgevallen ten gevolge van hart- en vaatziekten. Deze  worden op hun beurt gekoppeld aan  de ongezondere manier van leven door Europeanen : slechter eten, minder bewegen, roken en drinken. De bekende lijst, waarvan ongezond eten de kroon spant.  Inspanningen om gezond voedsel goedkoper te maken en het roken uit te bannen zouden in deze visie  leiden tot een steeds hogere levensverwachting. So far so good.  

Zonder de feiten te ontkennen of ook maar iets af te doen aan de geweldige vooruitgang van de medische wetenschap kun je serieuze bedenkingen hebben bij het eenzijdige plaatje dat nu al jaren hardnekkig in de media rondgaat.  Immers, waar blijft de psychologische oftewel geestelijke factor in het denken over levensverwachting ? Wordt deze meegenomen in de onderzoeken? Je leest er nooit iets over.  Niet voor wat betreft individuele gevallen en niet in verband met de heersende cultuur. Als het klopt dat deze cruciale meespeler in het veld (zijn we niet lichaam en geest?) simpelweg wordt genegeerd, heeft dat vanuit wetenschappelijk oogpunt waarschijnlijk als belangrijkste reden dat de invloed van spanning, stress en verdriet op het lichaam moeilijk meetbaar is. Daar komt nog iets bij. In de moderne cultuur zijn ‘psyche’ en ‘geest’ de laatste dertig, veertig  jaar als niet sexy, niet snel en soms zelfs als wat hinderlijk  op een zijspoor gezet. De enorme mentale problematiek die zich recent bij jongeren begint af te tekenen is hiervan het resultaat.

De grote nieuwe verslaving van het scherm zal zowel in lichamelijk opzicht (ogen, zenuwgestel en hersenen) als vanuit het geestelijke domein  (angsten, stress)   de levensverwachting in de loop van de tijd wel eens kunnen gaan temperen. Los hiervan  veroorzaken vertechnologisering en digitalisering van de maatschappij bij velen die om de een of andere reden niet goed mee kunnen komen spanning, machteloosheid en frustratie met alle lichamlijke gevolgen van dien. Of hier wellicht een link bestaat met de minder snelle toename van de levensverwachting sinds het begin van deze eeuw is een interessant punt voor onderzoek – zeker wanneer de tijd wat verder gevorderd is.  

Het discours omtrent  levensverwachting  en gezondheid in zijn algemeenheid is gebaseerd op enkele aannames. Ten eerste: we moeten zo oud mogelijk willen worden. Ten tweede: we hebben individueel schuld aan ‘slechte gewoontes’. Ten derde: we zijn zelf verantwoordelijk voor onze leeftijd.  Hiermee wordt duidelijk dat niet alleen de psychische factor buiten beeld blijft, maar ook de samenleving als zodanig. De cultuur.  Gezondheid is een uiterst complex gegeven, dat mede afhangt van wat je met elkaar schept aan sfeer, afspraken en gewoonten. Zo zou een serieuze onderzoeksvraag naar het waaróm van een ongezonde levensstijl bijvoorbeeld een schat aan informatie kunnen opleveren die uiteindelijk  ten goede komt aan  allen.  
‘Bij de mening die wij huldigen over gezond leven moeten we nooit vergeten dat de samenleving wemelt van gedragsvormen, gewoontes en verslavingen van uiteenlopende aard die eenvoudig niet (h)erkend worden als ontsnappingsroutes of als schadelijke keuzes voor individuen en hun omgeving. Mensen worden vaak ziek om psychische redenen of door het gedrag van anderen, maar vreemd genoeg wordt hier nauwelijks over gesproken. Onvriendelijke omgang tussen mensen in het algemeen, ruzies die niet worden opgelost, een agressieve buurman, partner of werkgever: velen zouden aansprakelijk moeten worden gesteld voor ziekmakend gedrag.
Niet het brandmerken van personen of groepen draagt bij aan de discussie. Wel het nadenken over en verbeteren van het algemene leven. Een bezinning op collectieve verantwoordelijkheid voor het fysieke én geestelijke milieu.’
(citaat uit ‘Het nieuwe moeten; vragen om cultuur’)

Het woord ‘levensverwachting’ komt nog in een ander verband voor en wel op onheilspellende wijze. Wanneer iemand een ernstige diagnose bij de dokter krijgt, zal hij of zij niet zelden te horen krijgen  hoe lang de levensverwachting nog is. Een kwestie van dagen, weken, maanden of in het gunstigste geval  jaren.  Al naar gelang. Bijna iedereen heeft zo’n situatie van nabij wel eens meegemaakt. Nog los van het al of niet uitkomen van zo’n voorspelling krijgt de patiënt met de diagnose een tijdvonnis mee waar hij of zij  niet meer onderuit komt. Een levensverwachting in tijdseenheden uitgedrukt en door iemand van buitenaf op ons lijf geplakt. Niet in alle landen doet men het zo maar wij Nederlanders willen graag weten ‘waar wij aan toe zijn’.   Wat doet dit met een mens? Welke waarde heeft  zo’n perspectief? Draagt het bij aan de kwaliteit van je leven of leidt het juist af van diepe processen die buiten de tijd doorleefd zouden kunnen worden?

Tot slot kun je de term levensverwachting nóg anders hanteren. Je kunt er iets van maken dat helemaal van jezelf is. Wat verwacht jij van het leven? Die vraag kun je jezelf op iedere leeftijd stellen, zelfs wanneer je stokoud bent. Het aardige wat je dan onder andere kunt ontdekken is dat verwachten niet hetzelfde is als dromen of hopen.