Vrede

Sinds enige tijd is de wereld in de greep van enkele oorlogen die gevaarlijker en bedreigender lijken dan  de vele conflicten die al zo lang en eigenlijk zonder ophouden op aarde leiden tot ontheemding,  verschrikking en onnoemelijk leed – psychisch, fysiek en materieel.
Angst voor een totale vernietiging van de beschaving en voor de instorting van een orde die  tot voor kort in staat leek om de situatie op onze planeet enigszins te stabiliseren overschaduwt in toenemende mate het algemene vertrouwen en de hoop op vrede.  Komt het ooit nog goed en kán het eigenlijk wel goed komen? Het ‘vrede op aarde’ – een lied dat met kerstmis nog altijd vroom in kerken wordt gezongen – klinkt meer en meer als een achterhaalde, door niemand meer geloofde tekst. Een bezwering tegen beter weten in.   De repeterende regels  ‘in de mensen een welbehagen’ maken het er niet beter op. Hoe halen we het in ons hoofd om er zelf een puinhoop van te maken en vervolgens te gaan zitten wachten op een deus ex machina?

Over een wonder hoeven we niet na te denken, dat ligt volkomen buiten ons bevattingsvermogen, ons bereik. Daarom is het beter onze energie te gebruiken voor wat haalbaar is. Bijvoorbeeld voor het nadenken over vrede. Wat is dat eigenlijk voor toestand? En waar moet je die plaatsen? Gewoonlijk denken we bij vrede aan een situatie tussen landen. Het is vrede wanneer er geen oorlog is. Maar er bestaat ook zoiets als vrede tussen jou en mij. Tussen mensen onderling. Last but not least gaat  vrede over een toestand in onszelf als individu. Zeker in de huidige tijd is het laatste de moeite waard om te onderzoeken, want hoe voelt dat: vrede in jezelf?
Wanneer je het omschrijft met te.vrede.n zijn, zul je waarschijnlijk moeten constateren dat je niet vaak en zeker ook niet heel lang vrede hebt met hoe het in je leven gaat of met wie je bent of wat je doet. En dit geldt vermoedelijk voor heel veel mensen in deze tijd!  Er heerst ontzettend veel onvrede. Collectief zijn we dag en nacht uit op anders, op beter en op meer, en dat met een onvoorstelbare gretigheid. Die houding geeft weinig rust of echte vreugde. Voortdurend gaan we over de grenzen heen van onze eigen mogelijkheden qua geld, tijd of lichamelijke conditie.

In de zeldzame of schaarse momenten dat je je helemaal vredig voelt, kun je de essentie pakken van wat vrede is: een gevoel van volkomen in rust zijn. Zonder stress. In harmonie. Alsof alles past en op z’n plaats valt.  Alsof de weegschaal helemaal in het midden stilstaat en geen noodzaak heeft om in beweging te komen. Prachtig, maar precair. Ook spannend. Want is deze toestand niet vreselijk saai? Is de dynamiek van het leven niet juist dat er onafgebroken beweging is? Iets verandert? Verschuift?
In- en intevreden personen die nooit van baan veranderen of altijd op dezelfde plek blijven wonen worden over het algemeen niet als de meest interessante of slimme figuren beschouwd. Natuurlijk kan angst voor  verandering wel eens een rol spelen  in zo’n situatie , maar waarom iemand  niet het benijdenswaardige vermogen gunnen om in vrede  te genieten van wat is? In een dergelijk algemeen en  oppervlakkig oordeel wreekt zich de fundamentele  onmacht om te weten wat zich werkelijk in een ander afspeelt. We hebben geen idee.  Hoe het er bij een ander van binnen uitziet. Waar een ander écht mee bezig is waardoor bepaalde keuzes worden gemaakt.
We hóeven ons toch helemaal niet te bemoeien met de vorm van leven die een ander kiest?  Als wij dat wel doen zijn wij op oorlogspad…

Niet alleen #metoo zet de toon.  Noch de misbruikschandalen of de onveilige werksituaties  waarin driftkoppen of sadisten de dienst uitmaken. Natuurlijk zijn die verschijnselen erg. Maar het zijn slechts de uitwassen van wat wij allemaal gewoon zijn gaan vinden: het ongevraagd, vaak met psychisch geweld overschrijden van  andermans grenzen. Het genadeloos neersabelen van anderen zodra zij iets doen of zeggen wat ons niet bevalt – het dag en nacht oordelen en veroordelen, het betweteren,  het pesten, het invullen van andermans gedrag – de ongekende bemoeienis met andermans innerlijk leven en motivatie – het zijn stuk voor stuk wapenen op het strijdtoneel dat onze cultuur geworden is. Oorlog tussen individuen, tussen groepen. Maar in een oorlog gaat alles dood. Schoonheid, scheppingskracht. Zelfs de taal.

Vrede is: niet grensoverschrijdend zijn. Leven en laten leven. Iedereen en alles op z’n plek. Zoals het gegroeid is.  Met rust laten wat is. Alleen op die manier kan zich ontwikkelen wat belangrijk is. Kan zich opbouwen wat vitaal is en organisch wil veranderen. In jezelf. In de ander. In een land. Een volk.