Sinds geruime tijd besteedt de pers overvloedig aandacht aan de gezondheid van de bevolking. Daarbij valt een voortdurende terugkeer van items en verhalen op. Wat overheerst is de herhaling. Het steeds opnieuw horen of lezen van dezelfde aanbevelingen roept een zekere verveling op, soms grenzend aan irritatie: nu weten we het wel! We weten heus wel dat we gezond moeten eten, genoeg moeten bewegen, niet moeten roken. Wat nog meer? Ja, wat nog meer. Over drank horen we weinig. Over de invloed van het gebruik van harddrugs lezen we weinig of niets terwijl dit de gewoonste zaak van de wereld is geworden in bepaalde kringen en dat niet alleen in de stad.
Wanneer we vragen ‘wat nog meer?’ volgt er eigenlijk nauwelijks nog iets. Dat geldt zeker voor geestelijke aspecten van de gezondheid. Zeker, er zijn ontelbaar zelfhulpboeken die vertellen wat je allemaal kunt doen om beter in je vel te zitten, maar het lezen daarvan blijft beperkt tot bepaalde groepen. Er wordt geen urgentie aan verbonden. Algemene adviezen op geestelijk vlak blijven uit.
Ondanks de tsunami van problemen op het punt van burnout, uitputting en depressie maakt aandacht voor de psyche geen deel uit van het dominante gezondheidsdiscours.
De stand van zaken is aldus: de markt van lifestyle coaches op lichamelijk gebied explodeert, terwijl wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorg in rampzalig tempo groeien. Steeds meer overspannen werknemers blijven thuis. Intussen broedt de overheid – samen met de zorgverzekeraars – op de financiële kant van de zaak en sombert zij over de toekomst, waarbij ouderen een voorspelbaar mikpunt vormen. Bij hen zou het knelpunt (komen te) liggen. Wat is er aan de hand?
Bij de gebruikelijke aandacht voor gezondheid is sprake van enkele grote blinde vlekken. Ten eerste: er wordt voortdurend in clichés gesproken, waardoor afstand tot de persoonlijke beleving ontstaat. Ten tweede: er wordt een ouderwetse domineestoon aangeslagen. Je moet, anders zwaait er wat. Ten derde: er worden geen verbanden gelegd, men heeft het over geïsoleerde zaken. Zo wordt het lichaam steeds voorgesteld zonder geest. Het psychische aspect wordt zwaar onderbelicht, zeg maar weggemoffeld, en niet uitgewerkt. Natuurlijk, er bestaat therapie, er functioneert een etikettering bij bepaalde problemen en soms helpt het wanneer materiële omstandigheden van een cliënt worden verbeterd. Maar deze maatregelen laten de kern van de zaak onbenoemd.
Het allerbelangrijkste in het verhaal is namelijk dat gezondheid door overheid en media wordt voorgesteld als iets wat zich afspeelt buiten maatschappelijke ontwikkelingen om, zoals daar zijn de alom tegenwoordige technologie en uitdijende bureaucratie. De niet gestelde, maar hoognodige vraag luidt: wat doet de huidige cultuur eigenlijk met onze gezondheid? Met onze energie?
Enkele decennia geleden, in de bloeitijd van new age, was energie het centrale begrip waarmee gekeken werd naar de totale mens en waarover zeer veel kennis circuleerde. Met name op het punt van de gezondheid was bekend en praktisch bewezen dat energie DE bepalende factor is voor iemands welzijn: in hoeverre is zij beschikbaar binnen een persoonlijk gestel en in hoeverre kan zij lichaam en geest doorstromen zodat vitaliteit gewaarborgd blijft?
Zonder voldoende energie gaat het niet. Dat geldt voor een auto. Voor de industrie. Zou dat soms ook niet voor mensen gelden? Helaas is zeer veel kostbare kennis omtrent gezondheid en energie naar de ‘alternatieve’ achtergrond verdwenen in het volstrekt rationeel-wetenschappelijk discours dat onze cultuur is gaan beheersen. Voor de kwantitatieve wetenschap is de onzichtbare, hoogfijne grondstof van ons leven immers niet bewijsbaar genoeg, niet voldoende hard te maken.
Verhalen over energie in het materiële vlak zijn er te over. Maar aandacht voor hoe wij als mens in deze tijd energetisch kunnen functioneren ontbreekt. Een onthutsend feit dat voor veel stagnatie zorgt in het denken over gezondheid.
Wat gebeurt er met ons wanneer er niet naar ons geluisterd wordt? Wij niet serieus genomen worden door onze omgeving of bijvoorbeeld door de overheid of anderen die macht over ons hebben? Wat gebeurt er met ons wanneer wij verdwalen in het woud van de digitalisering, van de toenemende eisen die aan ons worden gesteld en waaraan wij misschien steeds minder kunnen voldoen? Hoe gaan we om met het razendsnelle ingewikkelder worden van ons bestaan als burger, administratief maar ook praktisch?
De zin en het vermogen om op eigen kracht bepaalde doelen te realiseren – op welk niveau dan ook – laden in het algemeen onze accu (!) op en zijn een belangrijke voorwaarde voor gezondheid. Maar wie kent tegenwoordig de volgende ervaring niet: je elan om te handelen stuit op blokkades/obstakels waardoor je opeens iets moet doen of oplossen wat je helemaal niet van plan was. Weg elan. Je energie stokt en is in haar stroom onderbroken.
Wanneer je dan ook nog eens genoodzaakt bent om hulp te vragen omdat je er zelf niet uitkomt, krijgen gevoelens van machteloosheid en afhankelijkheid gemakkelijk een kans. Resultaat: frustratie en stress in plaats van voldoening. En raak die lastig te verdragen spanningen maar eens kwijt! Vaak vliegen ze naar buiten in de vorm van agressie. Wanneer ze naar binnen slaan komt de gezondheid onder druk.
Ieder mens kan voor zichzelf nagaan en voelen wanneer de energie in hem of haar stroomt, even hapert of ernstig blokkeert. Ieder mens kan weten dat aandacht hiervoor van essentieel belang is voor welzijn en gezondheid. Niet dat je alles kunt voorkomen. Wel dat je er sneller bij kunt zijn. Om bij te sturen. Je grenzen te bewaken.
Het is onbegrijpelijk en bijna verdacht dat overheid, zorgverzekeraars en wetenschappers het energetisch aspect inzake gezondheid zo verwaarlozen en onbenoemd laten. Onbegrijpelijk omdat men toch een groot probleem zegt te hebben. Bijna verdacht omdat deze houding op bepaalde belangen lijkt te wijzen.
Laten we als individu en burger in ieder geval geen genoegen nemen met wat ons van boven af uitentreuren wordt voorgehouden. Namelijk dat wij louter door verandering van levensstijl – en dus vanuit een beperkt fysieke en individuele verantwoordelijkheid – gezondheid kunnen voortbrengen. Die visie lijkt politiek ingegeven en ontbeert in belangrijke mate diepgang.
Dat er anders en veel omvattender moet worden gekeken, ook naar de gevolgen die ongebreidelde technologie en bureaucratie voor onze gezondheid hebben, staat buiten kijf.