Dat de huidige wereld in toenemende chaos verkeert, behoeft geen betoog. De problemen zijn groot. Ontstellende oorlogen teisteren de aarde. Waar gaat het heen? Met de continenten, de planeet, met de mensheid? De roep om een nieuw verhaal dat perspectief biedt wordt luider. Hier en daar worden aanzetten gegeven, maar van een doorbraak is geen sprake. Vooralsnog heersen verwarring, strijd en dikwijls hopeloosheid. De ruimte waarin we bewegen voelt benauwd. Waar is de zuurstof die nieuwe verhalen mogelijk maakt? Het denken voedt?
Vanuit de nood die de wereld overspoelt is het moeilijk om ons voorstellingen te maken die harmonieus en weldadig zijn. Kunnen we nog geloven dat het op aarde beter wordt? Vriendelijker? Boeiender? Hebben we er nog vertrouwen in, vertrouwen in onze eigen inzet ook?
Denken heeft de adem nodig van overvloed. Van kunnen bewegen in een ruimte. Kritisch en zelfstandig blijven denken in een tijd waarin onbestemde krachten ons juist massaal ontmoedigen om wakker te blijven, is belangrijk maar niet genoeg. We zullen moeten leren om helemaal nieuw te denken. Nieuwe manieren van kijken moeten ontwikkelen. Het oude denken moeten evalueren. Het grondig tegen het licht moeten houden: wat leverde het ons op?
Woede en onverdraagzaamheid kleuren het wereldtoneel sinds eeuwen. Waarom vertoont de mens eigenlijk zo’n destructief gedrag? Waarom komt hij nooit verder ondanks zijn veelgeprezen ontwikkeling, ondanks de vernuftigheden en vaardigheden die hij opdeed in de loop van de lange tijd? De indruk versterkt zich met de dag dat de mens het helemaal niet naar zijn zin heeft op deze planeet, dat hij zijn draai niet kan vinden en van gekkigheid niet weet wat hij doet. Gebrek. Leegte. Onzekerheid. De mens maakt alles kapot uit frustratie omdat hij geen houvast heeft. Zouden dit de omstandigheden zijn waarin wij verkeren?
Het is denkbaar dat de beperkingen die de mens in zijn handelen te zien geeft getuigen van een vernauwd bewustzijn dat uiteindelijk en in wezen helemaal niet bij hem past. Blijkbaar weten we onze hersenen, ons hart en onze vermogens te weinig in te zetten voor opbouwende zaken. Voor oplossingen. Voor meer vreugde in de wereld. En dit zou kunnen kloppen: de wetenschap heeft aangetoond dat wij onze hersenen maar voor een klein deel gebruiken. Dit feit heeft grote consequenties. Het impliceert dat de werkelijkheid zoals deze zich ontwikkelt niet de enige en dus natuurlijke mogelijkheid is maar dat er andere opties denkbaar én realiseerbaar zijn. Andere manieren van leven, andere kansen die (nog?) niet worden gezien, gevoeld of gekozen en die dus ook niet worden uitgeprobeerd.
Niet langer kunnen we wegkijken van de situatie die we hebben gecreëerd. We spreken over crises in termen van politiek. Van geld. Van economie. Maar zou het nog anders kunnen liggen? Zou het op een dieper niveau over onszelf kunnen gaan? Kijken. Het eerste wat gebeuren moet. Pijnlijk maar onontkoombaar: de spiegel waarvoor wij staan vertelt ons dat de middelen die wij als mensheid ontwikkelden om onze problemen op te lossen ontoereikend gebleken zijn.
Waarschijnlijk zijn wij mensen minder intelligent dan dat wij onszelf hebben wijsgemaakt. We dolen rond zonder doel en zijn meer geneigd om elkaar de tent uit te vechten dan om aan teambuilding te doen. Tegenover het grote Niet-Weten dat over onze planeet hangt is het niet gek om diepe, existentiële angsten te hebben. Daar hoeft niemand zich voor te schamen. Wat gek is, is dat wij in die gedeelde situatie geen houvast zoeken bij elkáár. Sterker nog, we cultiveren de vijandschap. De gewoonte die onze soort heeft aangenomen is angst ontwikkelen voor de ander en hem of haar het leven (onnodig!) onzeker, onveilig en zuur maken.
Hoe verblind moet je wezen om elkaar te ontkrachten wanneer je dezelfde kant op moet? Er een gezamenlijke klus te doen staat? Er zijn uitdagingen te over: leren samenleven, elkaar verdragen, leren omgaan met verschillen. Ontdekken wat de aarde allemaal nog meer in petto heeft (gehad…). Exploreren, experimenteren. Ongekende mogelijkheden ontdekken – in alles.
De voortdurende bewustzijnsvernauwing die ons bewoont heeft tot gevolg dat onschatbare kansen worden verspeeld en kostbare tijd wordt verdaan. Een ander vernietigen betekent immers jezelf vernietigen. Zolang dit inzicht ontbreekt, tobben we door.
Technologie als voornaamste richtinggever naar de toekomst toe beschouwen – zoals op dit moment op grote schaal gebeurt – zou wel eens een zoveelste vorm van zelfmisleiding kunnen zijn. Geen augmented reality bril kan ons helpen de blik te verruimen. We zullen het zélf moeten doen. En laten we er maar op voorbereid zijn: er wordt een ongekende omvorming van allen gevraagd.
Misschien is de zwaarste strijd nog maar net begonnen, de strijd met onszelf en onze uitgangspunten die niet werken. Die ingehaald zijn door de voortgang van de tijd en vervangen moeten worden om een catastrofe te voorkomen.
Misschien zijn we nog nooit aan het echte werk toegekomen en moet alles op aarde nog beginnen omdat we geen notie hebben gehad van waar het om draait. Geen flauw idee ook van de noodzaak van een fundamenteel bewustzijn: dat we ons collectief bekennen tot de soort waartoe we behoren, haar aanvaarden en omarmen. Met inbegrip van elkaars kwetsbaarheid.