Grenzen

De huidige tijd kenmerkt zich in toenemende mate door grensoverschrijdingen in negatieve zin.  MeToo, Rusland, het gedrag van individuen al of niet op sociale media: steeds vaker horen we over het ongewenst passeren van lijnen die niet overgestoken zouden behoren te worden.  Over gedrag dat letterlijk  te ver gaat.  
Wat is een grens? Grenzen bestaan op het punt waar het ene ophoudt en het andere begint.  Alles wat een vorm heeft, wat gevormd is, heeft een begrenzing. Een einde. Ook wijzelf.  Dit is een vaststaand en in feite eenvoudig gegeven dat bij het aardse leven hoort. Als het goed is zijn we ons bewust van onze eigen grenzen in kunnen, doen en willen en voelen we grenzen buiten onszelf aan wanneer we deze naderen.  Soms kunnen we proberen grenzen te verleggen – bijvoorbeeld  door middel van kunst of wanneer we uit onze comfortzone komen.  Dit is echter iets anders dan ze overschrijden. Het woord zegt het al.

Er bestaan fysieke, tastbare grenzen. Juridische grenzen en onzichtbare grenzen.  Soms lopen die soorten door elkaar heen.  Een douanepost geeft als fysiek punt het begin van een ander land aan. Dat begin zelf is onzichtbaar. Dat moeten we maar geloven.  We nemen het aan omdat we weten wat douane betekent en omdat we zien dat de wegbewijzering,  de taal op de borden en de bestrating anders worden na die post.  Dit  soort duidelijke grenzen, waarover afspraken zijn gemaakt, mogen we meestal rustig passeren.

Grensoverschrijdend gedrag vindt plaats wanneer iemand, een groep, volk of staat ongevraagd en ongewenst binnendringt in de ruimte  van een ander en deze (deels) bezet met zichzelf waardoor die ander iets afgenomen wordt. Dat ‘iets’ kan varieren van lichamelijke integriteit, gemoedsrust, zelfbeschikkingsrecht, vertrouwen,  tot vrijheid en gevoelens van veiligheid. Grensoverschrijding op deze manier heeft te maken met onrechtmatige toe-eigening van iets, van buitenproportioneel gedrag, van uitbreiding van het zelf in het gebied van de ander.
Agressie, machtswellust en/of ongeremde driften  lijken de drijfveren te zijn voor de zorgelijke vormen die het verschijnsel grensoverschrijding vandaag de dag aanneemt.  Een verschijnsel dat niet alleen oerlelijk op zich is, maar veel angst, chaos en trauma’s tot gevolg heeft waardoor het leven in veel gevallen stagneert.

Wanneer we grenzen zien als contouren, als beperkingen – ook in onszelf en in alles wat we op enig moment doen of zijn in het leven – en als wij bereid zijn om dat te accepteren en  daarbinnen te werken for the time being,  dan schaven we aan een profiel dat niet alleen voor onszelf maar ook voor de ander aan duidelijkheid wint.  Hoe zichtbaarder, tastbaarder of voelbaarder grenzen, des te gemakkelijker om er bij stil te staan.  We hebben als mens, groep, volk of staat binnenshuis te veel werk te doen en te veel schatten om te beheren om ons te kunnen permitteren onze bemoeienis  en shit over de grens  te gooien.

Het  omgaan met grenzen is een delicaat en ronduit moeilijk  verhaal. Dat de huidige tijd ons zo sterk confronteert met het thema, betekent toenemend bewustzijn en dat is van cruciaal belang.
Als wij persoonlijk of als mensheid in vorm willen komen, zullen we grenzen moeten respecteren. In de ander, het andere en  niet in de laatste plaats in onszelf. Pas wanneer wij daarin beter gaan slagen – en waarschijnlijk alleen dan – zullen we in contact komen met de onbegrensde mogelijkheden die in ons aller bestaan besloten liggen. Hoe paradoxaal dit ook klinkt.