Wij Nederlanders zitten in een intelligente lockdown. Een term van de overheid. Waar bewoners van ons omringende landen het moeten doen met een gewone lockdown, hebben wij er eentje met een meerwaarde. Wij hebben een intelligente lockdown. Een compact begrip waarmee je verschillende kanten op kunt.
In de eerste plaats ademt de term arrogantie. Met ‘intelligent’ onderscheiden we ons immers van onze omgeving. In ons land is het allemaal een stukje beter. Wij hebben een lockdown die een hoger niveau suggereert. Daar komt nog iets bij wat je ontdekt wanneer je dieper inzoomt op de woorden. Iets wat riekt naar manipulatie. Immers, volg je de maatregelen goed die de overheid in verband met de lockdown stelt? Dan behoor je tot de club intelligenten. Sterker nog, dan bén je automatisch intelligent. Met een woord dat ieder individu zal vleien, bindt de overheid haar burgers aan zich. Want wie wil er nu niet intelligent zijn? Slim bedacht.
Tot zover de negatieve kanten. Komen we toe aan de positiviteit die er in de praktijk van de lockdown op z’n Nederlands besloten ligt. Want die is er natuurlijk ook! En zelfs in niet geringe mate. Zij bestaat uit een stukje ruimte dat ons binnen de beperkende voorschriften is vergund. Dingen die wél of nog mogen, meer dan in de meeste andere Europese landen het geval is. Hoe vaak en hoe lang ga je van huis binnen de dringende oproep ‘Blijf binnen’? Het is het appel aan ieders eigen verantwoordelijkheid – binnen zekere grenzen – dat onze lockdown waarde geeft. Gebruik je verstand, je bewustzijn! Wees intelligent…
Dat er hierdoor soms wat onduidelijkheid of meningsverschillen ontstaan, ook tussen huisgenoten, is onvermijdelijk. Maar het stukje vrijheid dát er is, is mooi.
Tot slot is de term intelligente lockdown in een van eerste persconferenties door onze premier ook uitgelegd als manier waarop beleid wordt gevoerd. Handelen naar bevinding, volgens voortschrijdend inzicht. Dus stapje voor stapje, op de tast een weg zoeken omdat alles onzeker is . Steeds kijken hoe het gaat, hoe alles zich ontwikkelt en van daaruit beslissingen nemen.
Hoe intelligent zo’n uitgezette lijn op zich ook is, zij garandeert nog niet de intelligentie van afzonderlijke besluiten. Met de huidige plannen en hijgerig aandoende voorbereiding van apps waarmee we in de nabije toekomst geacht worden door coronaland te laveren, staat de overheid op het punt haar essentiële uitgangspunt te verlaten.
Als alles doorgaat, zullen we enkele zaken moeten constateren. Ten eerste zal het intelligente individu zijn of haar waakzaamheid straks verlagen omdat het een belangrijk deel van de eigen verantwoordelijkheid uit handen mag (moet?) gaan geven. Ten tweede sluit de overheid met haar plan meer dan een miljoen digibeten die ons land telt buiten. Armlastigen nog niet eens meegerekend. Een bijzonder ernstige zaak in deze tijd van crisis waar juist het ‘we doen het samen!’ luid uit de overheidsmond klinkt. Met de apps zullen groepen uit elkaar worden gespeeld en zal er een stuk positieve energie wegebben.
Ook op internationaal vlak is het uitkijken geblazen. Een nationale overheid, die zichzelf en haar burgers het etiket intelligent opplakt, heeft iets waar te maken. Het optreden van Nederland in Europa in de weken die achter ons liggen is op enkele punten ronduit beschamend geweest. De strenge houding, het gebrek aan solidariteit met Italië. De recente weigering om jonge, alleenstaande vluchtelingen op te nemen terwijl burgemeesters bij ons hiertoe notabene bereid zijn en omringende landen zich wel openstellen…
De huidige chaos in de wereld kan niet anders dan tot een beslissend keerpunt leiden. Tot een erop of eronder. Diverse verhalen, diverse scenario´s circuleren. Verwachtingen. Voorspellingen. Technologie de voornaamste richtinggever naar de toekomst noemen op dit moment zou wel eens een beperkte en voorbarige manier van kijken kunnen zijn. Mogelijk is er veel meer aan de hand. (…) Misschien zijn wij mensen helemaal niet zo intelligent als wij altijd hebben gedacht. (…) Misschien is de zwaarste strijd nog maar net begonnen: de strijd met onszelf en onze uitgangspunten die niet werken. Die ingehaald zijn door de voortgang van de tijd en vervangen moeten worden om een catastrofe te voorkomen. (Uit het slothoofdstuk van mijn boek ‘Het Nieuwe Moeten’ : Een nieuwe tijd).