Met het woord orde kun je vele kanten op. Orde! De indringende oproep van een leerkracht klinkt menigeen nog vers in de oren. Rangorde, slagorde, kloosterorde, orde op zaken. De lijst van betekenissen en afleidingen is lang. Een waaier van mogelijkheden waarbij het accent telkens net iets anders ligt, maar een associatie met kilte en strengheid nooit ver weg is. Niet verwonderlijk. Orde is een oud woord voor rij, regel of rang. Het gaat over indelingen. Over de regelmatige plaatsing van zaken of personen binnen een geheel. Orde staat voor overzichtelijkheid en werkbaarheid: het tegendeel van de vrolijke of gevreesde chaos die wanorde heet.
In de persoonlijke sfeer kennen we de uitdrukkingen ‘in orde zijn’ en ‘op orde zijn’. Daartussen ligt nogal wat betekenisverschil. Dit wordt duidelijk als je bedenkt dat je in orde kunt zijn terwijl je niet op orde bent. Omgekeerd kun je op orde zijn en toch niet in orde. Het laatste zeggen we als we ons niet goed voelen, meestal in lichamelijke zin.
Wanneer je het woord gebruikt in de betekenis van ‘op orde zijn’ en het op jezelf betrekt – je situatie, je leven – ontvouwt zich een aardig scala aan vragen die je jezelf kunt stellen. Om te beginnen: ben je in materieel opzicht op orde, dat wil zeggen met je woonvorm, je werk, je huis, de inrichting ervan? Ben je op orde met je digitale, administratieve, financiële bestaan? En buiten al die gebieden: hoe staat het met je geest? Ben je met je psyche op orde? In je denken? Je omgang met emoties?
De zelfscan die je op deze manier kunt maken, kan best confronterend zijn. Je zult jezelf tegenkomen! Maar neem het niet te serieus. Het is maar hoe je kijkt, interpreteert en oordeelt. Want in hoeverre zijn we niet geneigd ons aan te passen aan de maatschappij, aan wat mén doet, vindt of eist? En met welke betekenis van ‘op orde zijn’ werk je eigenlijk ? Met ‘alles op een rijtje of onder controle hebben, alles geregeld hebben, het voor elkaar hebben etc?’
Misschien kan het allemaal heel anders worden bekeken. Het is namelijk de vraag of de dynamiek die leven heet wel te vangen is in een overzichtelijk systeem.
Hoe kun je als mens eigenlijk op orde zijn en hoe voelt het wanneer je het bent of denkt te zijn? De ervaring van ‘op orde zijn’ zal verschillen van persoon tot persoon, maar waarschijnlijk valt er toch wel iets algemeens over te zeggen. Het zou bijvoorbeeld kunnen dat er altijd sprake is van een zekere rust wanneer alles op zijn plaats ligt. En dan gaat het niet om een rond verhaal, maar echt om álles: het belangrijke en het onbelangrijke, het nodige en het nuttige, het moeilijke en het gemakkelijke, het mooie en het lelijke. Nog verder redenerend: wanneer alle dingen een eigen plek hebben en je dat kunt verdragen , geeft dat hoogstwaarschijnlijk een vredig gevoel. Het gaat dus uitdrukkelijk niet over het wegpoetsen van ongewenste aspecten of elementen uit je bestaan, ook niet over succes, kadaverdiscipline of supercontrole – zaken die maatschappelijk en daardoor in onze voorstelling vaak enorm tellen. Het gaat over de manier waarop de dingen door jou gerangschikt worden. Over het stukje van de puzzel dat jíj op een bepaald moment wilt leggen of verschuiven en wat voor jou rustgevend is. Ten diepste gaat ‘op orde zijn’ over het telkens opnieuw creëren van een balans.
Veel kwesties in ons bestaan zijn objectief niet op orde, omdat ze niet of niet alleen van onszelf afhangen. Zo kan het gebeuren dat het niet op orde is met je woonplek omdat er geen huizen zijn of geen geld is. Als burger kun je digitaal niet op orde zijn omdat de eisen te hoog zijn en je technische kennis om mee te komen ontbreekt. Hoe storend, droevig of ingrijpend zo’n deelgebied ook in je leven kan zijn, meer dan proberen op desbetreffende punten oplossingen te vinden kun je niet. En dan nog: alleen binnen jouw mogelijkheden. Nooit boven je macht. Als je je aan het laatste kunt houden en kunt zien wat IS, ben je met jezelf op orde. Al zal de wereld dat vaak niet zo zien!
Het laatste maar niet minste stuk is het geestelijke verhaal. De psyche en de ziel. Dit speelt op individueel niveau , maar ook binnen de totaliteit van het systeem waarin wij leven. Om persoonlijk op orde te zijn is het besef van de/je ziel onmisbaar. Onzichtbaar, ongrijpbaar, diep ordenend voor ons wezen behoort ook zij tot ‘alle dingen’ en vraagt een plaats.
Evenzo geldt voor de wereld en wel in het bijzonder voor de westerse cultuur dat het op orde komen van samenlevingen erbij gebaat zou zijn wanneer de geest, dat wil zeggen het geestelijke leven in ruime zin, in ere wordt hersteld. Wanneer deze onzichtbare superkracht in al haar bewuste en onbewuste werkingen geen geëigende plaats krijgt toebedeeld in het geheel, ontstaat een gevaarlijke onbalans.
Niemand kan zich er achteroverleunend op voor laten staan dat hij op orde is. Ook niet dat hij zijn leven op orde hééft. ‘Op orde zijn’ kan nooit een vaststelling zijn. Een verworvenheid of bezit. Daarvoor is het veel te vluchtig, broos en relatief. Het echte op orde zijn is een kunst. Het vraagt om wijsheid, wil en hard werken. Het is alles een plaats geven wat in je leven speelt en bereid zijn om dat leven op haar beurt weer in te voegen in het grotere geheel.
Op orde zijn met jezelf is een zorgvuldig voortbewegen door een volstrekt dynamisch landschap.
