Klaar

Er bestaat een Joods gezegde dat luidt: Het werk is niet af, maar ik ben klaar.  Woorden die heel gewoon klinken maar een schat aan wijsheid en goede raad herbergen.  Het is een zin waarmee je iets kunt uitproberen. Zeg hem iedere avond aan het eind van de dag hardop tegen jezelf, doe dat bewust, en kijk wat er gebeurt.  

In het gezegde is de komma cruciaal.  Daar breekt iets los. Je kunt er gerust een langere stilte inlassen. Kan je tot zover doorvoelen wat er staat of wat je aan het uitspreken bent? En kan je zonder stress aanvaarden dat het werk niet af is ? Zonder een knagend gevoel van falen of mismoedigheid? Gepieker of somber gevoel? Wie zal dat kunnen in deze tijd waarin alles snel, sneller, snelst tot een einde gebracht moet worden, het liefst met optimaal succes.  Hoe vaak valt de nacht niet tegen je zin : het werk is niet af en je bent nog niet klaar! Niet met de klus die je vandaag te doen had, niet met het project dat je bent opgestart of dat in je hoofd juist vorm begint te krijgen. Ook niet met het probleem dat zich voordoet en dat jij meent te moeten oplossen.  Toch zal je even moeten stoppen: de tijd van de dag is om en je energie is op of sterk verminderd.

Een nog veel sterkere werking hebben de woorden voor iemand die ze aan het eind van haar of zijn leven uitspreekt.  Of liever gezegd: uit kán spreken. Want wat is er niet voor nodig om in berusting je leven af te kunnen sluiten. Het ‘even stoppen’ is hier niet meer aan de orde. Het stopsein staat voorgoed op rood. De scheiding tussen het werk (wat dat ook mag zijn) en jou en jouw bijdragen daaraan wordt definitief. In hoeverre ben je daarop voorbereid?  

Genoemd gezegde met enige regelmaat  voor jezelf herhalen is in veel opzichten een krachtige oefening. Het helpt vooral naar jezelf te kijken. Wat zijn de grenzen in wat je kan  en wat je kan doen en kan je die beperking aanvaarden? Hoe voelt het om klaar te zijn, dat wil zeggen afgerond in je systeem – al is het tijdelijk? Ben je in staat dat bewust te voelen, te weten, of misschien te besluiten ? (Jammer is in dit verband dat het begrip ‘klaar’ sinds het eind van de vorige eeuw zo geseksualiseerd is geraakt waardoor de ruimere   betekenis van het woord naar de achtergrond werd verdreven. Alleen in samenhang met bepaalde voorzetsels – ergens klaar voor zijn of klaar mee zijn – gebruiken we het woord nog vrijelijk.)  
Belangrijk is vooral dat het gezegde je oefent in de kunst om jezelf en je betekenis te relativeren.  Het draagt bij aan het bewustzijn dat je deel uitmaakt van iets groters dan jijzelf, namelijk van een omgeving :  het werk, wat dat ook mag zijn.  Deel uitmaken ván wil zeggen dat jijzelf niet de hele ruimte vult, niet alles bent. Maar ook dat de dingen niet alleen door jou hoeven te gebeuren. Ook buiten jou en je inspanningen om gebeurt er van alles, door toedoen van anderen of gewoon vanzelf en met deze  processen ben en blijf je verbonden.

Over ‘Het werk is niet af, maar ik ben klaar’ kan nog veel meer worden gezegd. Want over welk werk hebben we het eigenlijk? Er bestaat concreet werk waarvoor we soms met een deadline te maken krijgen zoals examens, opdrachten van een werkgever etc. Aan de andere kant is er groot werk te doen op maatschappelijk, politiek of spiritueel gebied.   Natuurlijk is het laatste soort werk nooit af.
Bij concreet werk moeten we bedenken dat perfect niet bestaat en dat we ons vroeg of laat uit onze inspanningen terug moeten trekken, ons los moeten maken als het ware.  En dit telkens opnieuw. Niet alleen omdat de dag voorbij is of onze energie op – maar ook omdat het een natuurlijke, noodzakelijke zaak is om dat doen.  

De twee delen van het gezegde eerst afzonderlijk uitspreken en in jezelf laten doorklinken.  Maar dan het hele verhaal achter elkaar .  Met komma! In de  komma – gevolgd door het sterke ‘maar’ – ligt het keerpunt naar bevrijding. Naar vrede, ruimte en rust.