In de laatste dagen van december zijn we massaal gefocust op licht. Lichtjes binnen en buiten, kaarsen op tafels en in vensterbanken; de opluchting dat het licht in de natuur terugkeert. Het kerstfeest zelf gaat over nóg een licht: het Licht der Wereld dat in Bethlehem in een stal werd geboren als een kindje, Jezus genaamd. Het zou op aarde zijn gekomen om de mensheid te verlossen van de duisternis.
Op alle mogelijke niveaus zijn we in deze tijd van het jaar bezig met licht en daarmee impliciet met de donkerte in alle betekenissen die we zo goed en zo kwaad als het gaat proberen te verdrijven. Te vergéten is misschien beter uitgedrukt.
Als je in de moderne tijd willekeurige mensen vraagt naar hun eerste associatie met kerst, krijg je de meest uiteenlopende antwoorden. Cadeaus, gezelligheid, familie, vakantie. Maar ook: uit je dak gaan, feesten, schransen, zuipen. Decadentie, commercialisering of juist het tegenovergestelde: de nachtmis, vroomheid en gevoelens van of voor heiligheid. Alles is er, alles loopt door elkaar. De donkerste tijd van het jaar laat een wonderlijke mix van waarden, gevoelens en praktijken zien die voor sommige zielen bepaald verwarrend aanvoelt. Immers kerst móet, maar wat precies, dat is de vraag.
Wat ons bindt is dat we ons in de laatste weken van december op totaal verschillende manieren onderdompelen in verzachtende omstandigheden van schoonheid, genieten en samenzijn – althans dat proberen. Een collectieve oefening in ‘lichter bestaan’. For the time being.
Te midden van al deze drukte en dit koortsachtige streven naar vergetelheid blijft één fenomeen tot op de dag van vandaag tijdloos overeind. Autonoom. Onveranderlijk. In alle eenvoud. Aanweziger dan ooit op alle mogelijke plaatsen. In winkelcentra, musea, restaurants, op pleinen, in stations, tuincentra, bij mensen thuis: de kerststal. Hart van het christelijke verhaal. Wie kent het bekende tafereeltje niet. We lopen er vaak achteloos aan voorbij. Een schuin afhangend dak, de figuren van Jozef en Maria met het kindje, stro, de os en de schapen. Soms zijn er levende dieren. Daar genieten vooral kinderen van.
Stal betekent oorspronkelijk staanplaats, rustplaats. Dat het Licht uitgerekend hier inviel, is betekenisvol in zijn algemeenheid. Los van wat je gelooft, kan je in het bijbelverhaal over de geboorte dan ook nog een heel andere boodschap lezen. Opmerkelijk is ten eerste dat er ook toen al sprake was van een algehele registratie die plaatsvond op last van keizer Augustus. Jozef en Maria waren daarvoor op weg naar Bethlehem. Maar dan. 1. Het wonder voltrekt zich aan mensen die nergens terecht kunnen , overal de deur worden gewezen. Bij onopvallende lui zonder aanzien die bij niemand welkom zijn. 2. Buitenzintuiglijke waarnemingen zijn allesbepalend in het verhaal : herders in het veld geloven de engelen en handelen ernaar . De wijzen uit het oosten begrijpen vanuit een innerlijk weten de betekenis van de ster en gaan op weg.
Wat willen deze feiten zeggen? Laten we ook déze betekenissen wel eens tot ons doordringen? Over kerst gesproken! Aan de stal ga je niet zomaar voorbij. Een plek om bij stil te staan, of je gelooft of niet.