Te midden van de meest bonte complottheorieën die de laatste tijd het internet overspoelen vormt de theorie die Donald Trump recentelijk de wereld in bracht een potsierlijk hoogtepunt (of dieptepunt zo je wilt). We hebben het hier over het verhaal dat zich voor, tijdens en direct na de verkiezingen in de Verenigde Staten in het Witte Huis heeft ontwikkeld.
Het totale wantrouwen vooraf, de aantijgingen van fraude en de verdachtmakingen van de tellers van de stemmen betekenen niet alleen dat het hele politieke systeem (lees democratie) in diskrediet werd gebracht , het heeft ook een bijzonder helder inzicht gegeven in het wezen van de complottheorie. Hoe zij tot stand komt. Werkt. En de massa meeneemt, des te gemakkelijker naarmate de technologie dat mogelijk maakt. Het verhaal van Trump is daarom ‘hoogtepunt’ omdat het duidelijk laat zien waar het in complottheorieën steeds weer om draait: het geloof in de boze wil van de ander.
Complotdenken is uitgaan van een vijand die jou doelbewust ondermijnt, aanvalt of vernietigt. Die vijand is in eerste instantie vaag: een energie in de eigen onbewuste psyche , gekoppeld aan angst en onzekerheid. Naarmate deze energie meer lading krijgt en sterker wordt, zal zij doordringen in het bewustzijn en van daaruit bijna automatisch een vorm aannemen in de buitenwereld: het unheimische, zeg maar negatieve gevoel, hecht zich dan aan iemand anders of aan een groep of volk. Ziedaar de geboorte van de zondebok: díe heeft of hebben het gedaan. Psychologen noemen dit projectie. Een mechanisme dat je – individueel én collectief – kunt onderkennen en bestrijden met kennis , zelfkennis en moed tot eerlijkheid.
De bron van complotdenken is dus zwakte – een gevoel van gevaar, onmacht of kwetsbaarheid. In de Middeleeuwen richtte de collectieve angst en onzekerheid zich op vrouwen die als heksen op de brandstapel werden omgebracht. Op grond van een wijdverbreide complottheorie kregen zij de – onbewezen – schuld van heersende ellende. Voor Trump zijn het niet alleen de Democraten maar is het het hele democratische bestel dat samenspant om zijn macht te vernietigen en er naar zijn idee in faalt om hem te beschermen tegen de boze wil van anderen . Hoe meer hij om zich heen slaat , hoe groter zijn angst moet zijn dat niet alleen zijn macht, maar straks ook zijn hele zelfbeeld aan flarden zal gaan…
Hoe ver kan het gaan met complotverhalen en wat doen ze met een mens? Ontstaan uit een gevoel van bedreiging, komen ze tegemoet aan een behoefte aan ‘verklaring’, aan houvast. Maar pas op, op hun beurt zorgen ze voor een nieuwe ervaring van machteloosheid! Jouw verantwoordelijkheid, zelfstandig denken en kans om iets te betekenen in de wereld worden uitgeschakeld zodra je een complottheorie aan gaat hangen. Wanneer immers een boze wil, machtig maar onzichtbaar en oncontroleerbaar ergens vandaan, het op jou of allen gemunt heeft (geloof je), geef je je eigen power en inbreng weg. Misschien zelfs wel je levenslust?
Geloven is mooi, maar een geloof dat wantrouwen en paranoia voedt is de dood in de pot.