In een geurig dal
streken we neer
Alles was wit –
Licht dat door de zomer
naar binnen viel
verbinden
verbinden is
een lijntje gooien,
een streep waarlangs
het licht kan gaan
terra incognita
het is niet genoeg om aardig te zijn
er moet ook iets van het luchtruim komen,
iets waar meer in past dan de dingen alleen
iets groters dan de paddestoelen,
iets scherpers dan pose en schone schijn,
iets wat buitelen kan en fel wil kleuren
een schaterlach door de zwaarte heen
iets fels, iets onweerstaanbaar krachtigs
van hoog van ver van buiten hier, iets
wat in lichtjaren wil komen en dier
en planten kan verstaan en wezens van pijn
kan injecteren met zicht of tenminste
signaal wil zijn –
we komen er niet door klein te blijven,
te stinken in een zompig bed
te dumpen, dwalen, donderschrijven
de klok moet eindeloos verzet
naar meer –
naar uren en tijden van stralend goud
naar flarden zon die bij ons blijven
zodat wij in de wolken zijn en weten
hoe een hart te schrijven
naar stilte die moet willen komen
van waar? van daar!
van stof dat waait, een luchtbrug
tussen de planeten
op weg naar ons en ons vergeten
dat wij van aarde zijn